Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Belastingdienst geeft update over stand van de uitvoering
De Belastingdienst publiceert de Stand van de Uitvoering 2024. Dit jaarlijkse rapport, voortvloeiend uit toezeggingen naar aanleiding van de rapporten Ongekend Onrecht en Werk aan Uitvoering, biedt inzicht in knelpunten in de uitvoering, de impact van wetgeving op burgers en bedrijven, en de stappen die worden gezet om problemen op te lossen.
Het rapport toont aan dat complexe wet- en regelgeving een grote uitdaging blijft. Meer dan een kwart van de Nederlanders ervaart bijvoorbeeld problemen bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting, mede door specifieke fiscale regelingen en administratieve eisen. De Belastingdienst heeft signalen verzameld van burgers, ondernemers en medewerkers om deze knelpunten beter te begrijpen en aan te pakken.
Gegevensdeling
Een opvallend knelpunt is de gebrekkige mogelijkheid tot gegevensdeling tussen overheidsorganisaties. Dit belemmert proactieve dienstverlening, zoals vroegsignalering van problematische schulden. Hoewel wetgeving zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de fiscale geheimhoudingsplicht beperkingen oplegt, verkent de Belastingdienst samen met gemeenten en andere instanties oplossingen. Zo wordt er geëxperimenteerd met privacy-enhancing technologieën.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, december 19, 2024
Labels:
Belastingdienst,
Bezwaarprocedures,
Nederlanders
Met belastingwijzigingen voor 2025 oog voor portemonnee van werkenden
Op 17 december heeft de Eerste Kamer ingestemd met het pakket Belastingplan 2025. Dit betekent dat per 2025 verschillende belastingmaatregelen gaan wijzigen. Het kabinet neemt deze maatregelen om de koopkracht van Nederlanders te verbeteren, het ondernemersklimaat te versterken en voor gezonde overheidsfinanciën.
Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst & Douane): “Ik ben blij dat beide Kamers hebben ingestemd met het Belastingplanpakket. Dit betekent dat er per 1 januari lastenverlichting is voor veel Nederlanders. Daarnaast zorgen we dat het ondernemersklimaat de komende jaren verbetert. Uiteraard houdt het werk hier niet op.”
Nederlanders houden meer over
Het kabinet zet in op lastenverlichting. Om ervoor te zorgen dat Nederlanders in 2025 meer overhouden in de portemonnee wordt de 1e schijf inkomstenbelasting die geldt voor inkomen tot € 38.441 per jaar naar 35,82% verlaagd. De 2e schijf voor het inkomen tussen de € 38.441 en € 76.817 per jaar wordt 37,48%.
De werkkostenregeling (wkr) wordt verruimd zodat werkgevers hogere onbelaste vergoedingen kunnen geven aan hun werknemers. De 1e schijf van de vrije ruimte gaat in 2025 omhoog van 1,92% naar 2% en in 2027 naar 2,16%.
Het kabinet heeft de huidige accijnsverlaging op benzine, diesel en LPG met 1 jaar verlengd. Daarnaast wordt er geen inflatiecorrectie op deze accijns toegepast. De accijns per liter blijft € 0,79 voor benzine, € 0,52 voor diesel en € 0,19 voor LPG, net als in 2023 en 2024.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, december 19, 2024
Labels:
2025,
Belastingplan,
Belastingwijzigingen,
Werkenden
Geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige wegens ontbreken inkomensverklaring woonland
Om als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige te worden aangemerkt, moet worden voldaan aan de voorwaarden van artikel 7.8, zesde lid, van de Wet IB 2001. Eén van die voorwaarden is dat de belastingplichtige voor de betreffende jaren een inkomensverklaring van de belastingautoriteit van zijn woonland verstrekt. Belanghebbende heeft wel een inkomensverklaring overgelegd maar die is niet ondertekend door de Duitse belastingautoriteit. Die verklaring is daarom onvoldoende bewijs van het in Duitsland genoten inkomen.
Belanghebbende heeft ook niet op andere wijze aannemelijk gemaakt dat hij in 2020 aan de (materiële) voorwaarden voldoet om te kunnen worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Hij heeft geen bewijs gegeven van wat zijn totale inkomsten waren, buiten de bankgegevens. Dat had hij wel kunnen doen, bijvoorbeeld door de in Duitsland ingediende aangifte en opgelegde aanslag over te leggen. De enkele verklaring van belanghebbende dat zijn inkomen nagenoeg geheel in Nederland is belast, acht de rechtbank onvoldoende bewijs.
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot het oordeel dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij in 2020 kan worden aangemerkt als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige of dat hij anderszins recht heeft op aftrek van de kosten van de woning in Duitsland.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, december 19, 2024
Labels:
Duitsland,
Inkomensverklaring,
Kwalificerende
EHvJ legt verzekeringsplicht van in Oostenrijk, Liechtenstein en Zwitserland werkzame arts uit
Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat EG-Verordening 1408/71 en EG-Verordening 883/2004 van toepassing zijn op de situatie van een zelfstandige arts die in Oostenrijk en Liechtenstein al (zelfstandige) beroepswerkzaamheden verricht en vervolgens ook in Zwitserland (zelfstandige) beroepswerkzaamheden gaat verrichten.
De arts heeft een dubbele nationaliteit (de Oostenrijkse en Liechtensteinse nationaliteit) en woont in Oostenrijk. Hij oefent op zelfstandige basis beroepswerkzaamheden als arts uit, zowel in Oostenrijk als in Liechtenstein.
Als hij ook in Zwitserland als arts aan de slag gaat, verzoekt hij het Oostenrijkse autoriteiten te verklaren dat hij onder de Oostenrijkse sociale zekerheid valt. De Oostenrijkse SVS weigert om de verklaring af te geven, omdat onder andere een overeenkomst ontbreekt die zowel de EER-lidstaten als Zwitserland bestrijkt. De werkzaamheden van de arts zouden dan afzonderlijk onderworpen moeten worden aan de wetgeving van elk van deze staten.
Als hij ook in Zwitserland als arts aan de slag gaat, verzoekt hij het Oostenrijkse autoriteiten te verklaren dat hij onder de Oostenrijkse sociale zekerheid valt. De Oostenrijkse SVS weigert om de verklaring af te geven, omdat onder andere een overeenkomst ontbreekt die zowel de EER-lidstaten als Zwitserland bestrijkt. De werkzaamheden van de arts zouden dan afzonderlijk onderworpen moeten worden aan de wetgeving van elk van deze staten.
De Oostenrijkse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak. Het Hof van Justitie EU oordeelt dat EG-Verordening 1408/71 en EG-Verordening 883/2004 van toepassing zijn op de situatie van de arts, die in Oostenrijk (EU-lidstaat) en Liechtenstein (EER-lidstaat) al zelfstandige beroepswerkzaamheden verricht en vervolgens ook in Zwitserland zelfstandige beroepswerkzaamheden gaat verrichten.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, december 19, 2024
Labels:
Arts,
EER,
EHvJ,
EU,
Liechten,
Oostenrijk,
Zwitserland
Tienduizenden mensen betaalden te veel rente aan Belastingdienst
En weer gaat een uitvoeringsorganisatie van de overheid de fout in. Dit keer de Belastingdienst. Door een fout in een rekenprogramma hebben 155.500 mensen gezamenlijk bijna 30 miljoen euro te veel invorderingsrente betaald. De rekenfout zat tussen 2013 en 2021 in de software van de Belastingdienst.
Maar liefst negen jaar kwamen er verkeerde berekeningen uit het computerprogramma van de Belastingdienst. De fout kwam pas in 2021 aan het licht toen een belastingplichtige bezwaar maakte dat de invorderingsrente niet klopte.
Compensatie
"Bij behandeling van het bezwaar bleek dat de invorderingsrente niet correct berekend werd en dat dit voortvloeide uit een verkeerde berekening in het systeem", schrijft de Belastingdienst daarover aan RTL Nieuws. De gedupeerden krijgen het te veel betaalde bedrag terug plus de wettelijke rente daarover.
RTL Nieuws werd over dit verhaal getipt door NH Gooi onderzoeksjournalist Wouter Schutte. Hij had als kleine zelfstandige een paar maanden uitstel gevraagd voor zijn belastingaangifte. Hij is één van de gedupeerden en bij hem ging het om een compensatiebedrag van 79 euro, omdat hij te veel invorderingsrente had betaald. En Schutte dacht: "Ik ben vast niet de enige".
RTL Nieuws werd over dit verhaal getipt door NH Gooi onderzoeksjournalist Wouter Schutte. Hij had als kleine zelfstandige een paar maanden uitstel gevraagd voor zijn belastingaangifte. Hij is één van de gedupeerden en bij hem ging het om een compensatiebedrag van 79 euro, omdat hij te veel invorderingsrente had betaald. En Schutte dacht: "Ik ben vast niet de enige".
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, december 19, 2024
Labels:
Belastingdienst,
Compensatie,
Rente,
Toeslagenaffaire
Abonneren op:
Posts (Atom)