In dat verdrag wordt geregeld dat het land waar de moedermaatschappij of het hoofdhuis gevestigd is, het heffingsrecht krijgt, omdat die het systeemrisico lopen. Het andere land treedt dan terug. Meegeconsolideerde passiva kunnen hierdoor slechts één keer belast worden. Deze balansposten zouden zonder het verdrag twee keer in de heffing betrokken kunnen worden.
Het is het eerste verdrag ter voorkoming van dubbele bankenbelasting dat Nederland sluit sinds de bankenbelasting op 1 oktober 2012 in werking is getreden. De onderhandelingen over dit verdrag verliepen buitengewoon voorspoedig – ze duurden slechts vijf maanden.
Tegelijkertijd tekenden Weekers en Gauke een wijzigingsprotocol van het bestaande algemene belastingverdrag. Daarin is onder meer vastgelegd dat de winstverdeling tussen hoofdhuis en vaste inrichting wordt geregeld volgens de nieuwste OESO-richtlijnen. Daarnaast is het heffingsrecht voor de ambassadepersoneel gewijzigd.
Ook spraken Weekers en Gauke over het belang van de aanpak van belastingontwijking. Beide bewindspersonen delen de mening dat dit een internationale aanpak vergt. Informatieuitwisseling speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast spraken Weekers en zijn Britse collega nog over uitdagingen in de de economische situatie, actuele Europese fiscale onderwerpen en spraken zij af op deze terreinen nauwer samen te werken.
