Eén van de fiscale maatregelen die op Prinsjesdag bekend zijn gemaakt, is de verhoging van de extra verhoogde schenkingsvrijstelling naar € 100.000. Deze tijdelijke maatregel is door een Besluit van het Ministerie van Financiën al op 1 oktober jl. van kracht geworden. Deze goedkeuring eindigt op 31 december 2013. Als het Belastingplan 2014 ongewijzigd wordt aangenomen, dan kan ook nog in het kalenderjaar 2014 gebruik gemaakt worden van deze vrijstelling als daar nog niet eerder gebruik van is gemaakt.
Een belangrijke voorwaarde die aan deze schenkingsvrijstelling is gesteld, is dat deze gebruikt wordt voor de eigen woning. Naast het schenken van een eigen woning wordt daaronder begrepen het schenken van een bedrag waarmee de ontvanger:
- een eigen woning koopt;
- kosten voor verbetering of onderhoud van de eigen woning voldoet;
- het recht van erfpacht, opstal of beklemming afkoopt;
- een eigenwoningschuld (deels) aflost;
- een restschuld op een verkochte eigen woning voldoet.
Let op!
Omdat de verhoging slechts tijdelijk is, bestaat de verleiding daar in de fiscale planning optimaal gebruik van te maken. Voordat geschonken wordt, moet echter heel goed bekeken worden of het geld wel gemist kan worden. Het is immers verstandig een bepaalde buffer aan te houden en voorkomen moet worden dat de schenker te zijner tijd in geldnood komt.
Wanneer komt de schenking tot stand?
De overeenkomst van schenking moet bepalen dat de schenking formeel pas tot stand komt op het moment dat de ontvanger het geld voor de eigen woning besteedt. Is het de bedoeling dat de schenking in 2013 plaatsvindt, dan moet de besteding dus uiterlijk op 31 december 2013 hebben plaatsgevonden. Slechts als er sprake is van verbetering of onderhoud van de eigen woning komt de schenking direct tot stand en moet de overeenkomst van schenking bepalen dat de schenking vervalt voor zover het geld niet binnen een bepaalde periode (het lopende kalenderjaar plus twee jaar) is besteed aan de eigen woning. Er bestaat overigens slechts recht op de schenkingsvrijstelling als daarop bij de aangifte een beroep wordt gedaan.
Schenken in 2013 of in 2014?
Een voordeel van een schenking in 2013 kan zijn dat het geschonken bedrag op 1 januari 2014, de peildatum voor de vermogensrendementsheffing in box 3, niet meer op de bankrekening staat. Dat kan leiden tot een belastingbesparing van maximaal € 1.200.
Een ander argument om al in 2013 te schenken kan zijn om gebruik te kunnen maken van het Besluit, terwijl het formeel de vraag is of het wetsvoorstel Belastingplan 2014 waarin de vrijstelling voor 2014 is neergelegd, ongewijzigd door het parlement wordt aangenomen. Ook bestaat de mogelijkheid dat een ministeriële regeling vanaf 2014 strakkere eisen stelt.
Soms kan het slim zijn te wachten tot 2014. Bijvoorbeeld als de schenking bedoeld is om (een deel van) de hypotheek af te lossen en boeterente bij vervroegde aflossing verschuldigd is. Veel banken hebben al aangegeven deze boeterente niet te berekenen voor zover de woning onder water staat, dat wil zeggen voor zover de hypotheek hoger is dan de WOZ-waarde. Omdat deze WOZ-waarde in januari 2014 opnieuw wordt vastgesteld en deze gelet op de dalende huizenprijzen waarschijnlijk lager zal zijn, zal het bedrag dat boetevrij kan worden afgelost waarschijnlijk toenemen.
Schenken in meerdere termijnen
Het schenken in meerdere termijnen kan een oplossing zijn in gevallen waarbij de ontvanger bijvoorbeeld boeterente wil voorkomen wanneer de gehele schenking direct wordt gebruikt voor het aflossen van de eigenwoningschuld. Het schenken in twee termijnen (deels in 2013, het restant in 2014) is mogelijk als de volgende route wordt bewandeld:
- In 2013 wordt een schenking gedaan waarbij gebruik gemaakt wordt van de extra verhoogde schenkingsvrijstelling van maximaal € 51.407 voor schenkingen van ouders naar kinderen in de leeftijd tussen 18 en 40 jaar voor de eigen woning;
- In 2014 wordt een bedrag van maximaal (€ 100.000 minus € 51.407 =) € 48.593 geschonken voor de eigen woning.
Let op!
Deze spreiding van de schenking over twee belastingjaren is uitsluitend mogelijk als het kind in 2013 18 jaar of ouder is en de leeftijd van 40 jaar nog niet heeft bereikt.