Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Verboden onderscheid op grond van ras
Een man ontvangt een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) van 50% van het netto minimumloon (€718,47 per maand). Dit is de maximale AOW-uitkering voor gehuwden. Daarnaast heeft hij recht op een AOW-toeslag, omdat zijn echtgenote nog niet de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en onvoldoende inkomsten heeft. De AOW-toeslag bedraagt eveneens maximaal 50% van het netto minimumloon (€718,47 per maand ). De AOW-toeslag van de man wordt gekort met 70% en bedraagt €215,54. De reden van de korting is dat zijn echtgenote, die van Poolse afkomst is, vanaf haar vijftiende jaar 35 jaar niet in Nederland heeft gewoond. In de AOW is namelijk geregeld dat de AOW-gerechtigde wordt gekort met 2% op zijn AOW-toeslag voor ieder kalenderjaar dat zijn partner niet verzekerd is geweest voor de AOW (ingezeteneneis). Een persoon is niet verzekerd indien hij niet in Nederland woont.
De Commissie oordeelt dat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Sociale Verzekeringsbank jegens de man verboden onderscheid op grond van ras maken.
De AOW-toeslag is ingevoerd in 1985. Aanleiding was een wijziging van de AOW waardoor de gehuwde man niet langer een AOW-uitkering van 100% van het netto minimumloon ontving (zogenoemde kostwinnersmodel), maar een gehuwde en zijn partner beiden een AOW-uitkering van 50% van het netto minimumloon ontvangen. De AOW-toeslag kan worden gezien als een overgangsmaatregel, waardoor een AOW-gerechtigde een toeslag ontvangt indien zijn of haar partner onvoldoende inkomen heeft. Hiermee wordt beoogd de eventuele nadelige gevolgen van het loslaten van het kostwinnersmodel (tijdelijk) te compenseren. De AOW-toeslag komt per 1 januari 2015 te vervallen voor alle personen die op of na die datum de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. De man wordt gekort op zijn AOW-toeslag, omdat zijn echtgenote, van niet-Nederlandse afkomst, gedurende 35 jaar niet in Nederland heeft gewoond. De man stelt dat hij wordt benadeeld vanwege de niet-Nederlandse afkomst van zijn echtgenote. De Commissie kan ook een oordeel geven indien een persoon niet wordt benadeeld vanwege zijn eigen afkomst, maar ongunstiger wordt behandeld, vanwege een persoonskenmerk, in dit geval afkomst, van een persoon met wie een nauwe band bestaat, te weten: zijn echtgenote. Met de ingezeteneneis wordt indirect onderscheid op grond van ras gemaakt. Personen van niet-Nederlandse afkomst worden hierdoor bijzonder getroffen, omdat zij vaker dan personen die afkomstig zijn uit Nederland een aantal jaren buiten Nederland zullen hebben gewoond. Indirect onderscheid is niet verboden indien hiervoor een goede reden (objectieve rechtvaardiging) aanwezig is. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Sociale Verzekeringsbank noemen als reden voor de ingezeteneneis het veiligstellen van de financierbaarheid en de houdbaarheid van de AOW. Dit is een legitiem doel. De Commissie acht het middel, de ingezeteneneis, in dit geval echter niet proportioneel. In dit kader is relevant dat er voor is gekozen om het kostwinnersmodel nog niet volledig los te laten en de nadelige gevolgen van het loslaten hiervan nog (tijdelijk) te compenseren. De man ontvangt weliswaar een AOW-toeslag, maar deze wordt gekort met ruim € 500, - per maand. Dit betekent dat hij in totaal €934,01 bruto per maand ontvangt in plaats van €1436,94 bruto per maand indien hij niet gekort zou worden, of € 1.046,28 bruto per maand indien hij alleenstaand zou zijn. De Commissie is van oordeel dat, nu het kostwinnersmodel nog niet volledig is los gelaten – de korting op de AOW-toeslag van verzoeker, gelet op het nadeel dat hij hiervan ondervindt en gelet op het feit dat hij als gerechtigde van de toeslag altijd in Nederland heeft gewoond, niet proportioneel is. Er is daarom geen objectieve rechtvaardiging aanwezig voor het onderscheid.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
zondag, december 08, 2013
Labels:
AOW,
Rechtspraak,
SoZaWe,
SVB