Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.

Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"



Translate this site


Sparen en beleggen: wat roomt de fiscus af over 2013?

Een mooi jaar voor aandelenbeleggers, een mager jaar voor spaarders. 2013 is voorbij, maar binnenkort wil de Belastingdienst nog even afrekenen. Hoe ziet het plaatje er dan uit?

Spaarders beten het afgelopen jaar op een houtje. Mede doordat banken zelf extreem goedkoop konden lenen bij de Europese Centrale Bank (ECB), hoefden ze niet te stunten met spaarrentes. Nederlandse spaarders hadden extra pech doordat de inflatie tot oktober 2013 relatief hoog was, vanwege de doorwerking van verhoogde consumptieve belastingen.

Voor aandelenbeleggers zag het plaatje er heel anders uit. Beleggers liepen vooruit op herstel van de bedrijfswinsten en de beurzen maakten een flinke sprong. Inclusief de herbelegging van dividenden boekte de Amsterdamse AEX-index bijvoorbeeld een winst van circa 20 procent.

Het maakt dus veel uit hoe vermogen was verdeeld tussen spaargeld en aandelen, als je wilt meten hoe zwaar de fiscale heffing van 1,2 procent in box 3 inhakt op het behaalde rendement.

Sparen, beleggen en de fiscus
Een mooi aanknopingspunt biedt het medio 2013 verschenen rapport van de Commissie-Van Dijkhuizen over de hervorming van het belastingstelsel. Daarin pleiten experts voor een aanpassing van de vermogensheffing in box 3. Die zou gebaseerd moeten zijn op een gemiddelde spaarrente over de afgelopen vijf jaar, en niet op een fictief rendement van 4 procent, waarover 30 procent belasting wordt geheven. Want dat is nu het geval.

Het rapport van de Commissie biedt aardige feiten over hoe de lastendruk in box 3 ongeveer verdeeld is. Dit op basis van cijfers over 2011. Zo valt er ongeveer 374 miljard euro aan spaargeld en beleggingen onder box 3, maar daarvan is 68 miljard euro vrijgesteld, omdat belastingplichtigen een vrijstelling hebben van 21.139 euro per persoon.

Van belang is verder dat liefst 92 procent van de feitelijke belastingheffing in box 3 wordt geheven bij mensen met een vrij vermogen van 96 duizend euro of meer.

Wie ton heeft, spaart vooral
De Commissie geeft ook voorbeelden van typische beleggingsprofielen, waaruit blijkt dat bij vermogens tot een ton vrijwel alleen wordt gespaard. Bij een vermogen van 250 duizend euro, ligt dat anders en vind je een bredere spreiding over aandelen en diverse spaaropties.

Hoe zwaar tikt box 3 aan in 2013?
Op basis van bovenstaande profielen is het mogelijk de invloed van de heffing in box 3 te bepalen over het afgelopen jaar. Hierbij kun je voor aandelen uitgaan van een rendement op aandelen inclusief dividenden van zo’n 20 procent. Voor een betaalrekening wordt de rente op nul gesteld, al zijn er enkele banken die wel rente bieden op de rekening-courant.

Voor spaargeld dat maximaal drie maanden vaststaat, was de gemiddelde rente op basis van gegevens van De Nederlandsche Bank (DNB) 1,6 procent afgelopen jaar. Bij termijndeposito’s tot twee jaar vast was de gemiddelde rente 2,5 procent. Voor deposito’s met een langere looptijd dan twee jaar bedroeg de gemiddelde rente 2,92 procent.

Wat rolt er dan uit, als je een ton hebt die voornamelijk op een flexibele spaarrekening staat? Bij een bruto rendement van 1,55 procent blijft daar na de heffing van 1,2 procent nog 0,35 procent rendement van over. In euro’s komt dat best hard aan: want de 1.550 euro rendement slinkt nadat de fiscus is langsgeweest tot 350 euro.

Wie met 250 duizend euro een bredere spreiding heeft, met 40 procent in aandelen, komt er over 2013 een stuk beter vanaf. Van het bruto rendement van 9,4 procent wordt ook 1,2 procent afgehaald. Maar in euro’s zak je dan van 23.457 euro naar 20.457 euro. Een fiscale schadepost van 3.000 euro die nog te overzien is, gelet op het absolute rendement.

Keuze sparen of beleggen
Het verschil tussen de opbrengst van aandelen en sparen was extreem in 2013, maar het is gevaarlijk om daaruit de conclusie te trekken dat je om fiscale redenen dan maar meer in aandelen moet beleggen.

Voor bij de keuze tussen aandelen en sparen zijn het doel dat je voor ogen hebt en het risico dat je wilt nemen veel belangrijker. De vuistregel is dat geld dat je echt niet nodig hebt en voor langere tijd kunt missen geschikter is om in aandelen te stoppen. Mits je ook bereid bent verliezen te incasseren.

Is het belangrijk dat je minimaal de inleg terugkrijgt, dan kom je al gauw bij rentedragende beleggingen terecht. En hoe sneller je het geld denkt nodig te hebben, des te korter de gewenste rentevaste periode.

Voor de heffing in box 3 moeten spaarders het over een andere boeg gooien: hopen dat het kabinet Rutte II de voorstellen van de Commissie-Van Dijkhuizen oppakt. Want als spaargeld wordt belast op basis van de reële rente-ontwikkeling, zou dat al een hoop schelen.

Internationaal werkzaam, zeevarend? Werkzaam in de bagger- of offshore-industrie? Neem contact op met Robelco Tax Services!

X