De fiscus kende de dame in 2007 een voorschot kinderopvangtoeslag van 8136 euro toe, maar reduceerde dat in april 2014 tot nul. Volgens de Belastingdienst kon de vrouw niet aantonen dat zij 1.000 euro contant had betaald aan een gastouder.
Afschriften
De vrouw had geen kwitantie van die betaling, maar wel twee bankafschriften: één waarop stond dat zij 1.000 euro van haar rekening had opgenomen, en één van de gastouder van een dag later waarop een storting van 1.000 euro contant stond.
Dat was voor de Belastingdienst niet voldoende, maar voor de rechter wel. Rechtbank Noord-Holland woog bovendien mee dat de vrouw in november 2008 op verzoek van de Belastingdienst bankafschriften en facturen had opgestuurd, zodat de hoogte van de toeslag definitief berekend moest worden. Eind 2013, ruim vijf jaar later, vroeg de fiscus plotseling aanvullende informatie op.
Meer soepel
'In de fiscaliteit gaat het er niet zozeer om hoe het bewijs wordt geleverd, maar dát het bewijs wordt geleverd. Dat wordt de "vrije bewijsleer" genoemd. Deze uitspraak toont dat ook maar weer eens aan', zegt fiscalist Ria Rutten van Fiscaal up to Date. Rutten vindt het besluit van de rechtbank logisch. 'De Belastingdienst heeft er zelf voor heeft gezorgd dat deze moeder na vijf jaar geen kwitantie meer kon tonen.'
