Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Hof acht crisisheffing niet onrechtmatig
De pseudo-eindheffing hoog loon (‘crisisheffing’), die tot 1 januari 2015 moest worden betaald over beloningen waardoor het jaarinkomen hoger werd dan € 150.000, is niet onrechtmatig. Tot dit oordeel kwam Hof Den Haag.
In de betreffende zaak had een werkgever in maart 2013 € 48.631 aan pseudo-eindheffing hoog loon afgedragen. Dit bedrag had met name betrekking op bonussen die in 2012 waren uitgekeerd. De werkgever stelde in hoger beroep dat de crisisheffing in strijd was met de wet, de eigendomsbescherming in het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EP EVRM) en het gelijkheidsbeginsel. Hof Den Haag was het hier echter niet mee eens. Met betrekking tot de vermeende strijdigheid met de wet wees het hof erop dat in de wet alle wetsbepalingen die in strijd met de crisisheffing zouden kunnen zijn, expliciet opzij zijn gezet.
Inbreuk
Het hof oordeelde verder dat er geen sprake was van een ongerechtvaardigde inbreuk op de eigendomsbescherming. De inbreuk was rechtsgeldig en diende een legitiem doel in het algemeen belang. Daarnaast was de terugwerkende kracht van de crisisheffing niet zo ernstig dat er sprake was van een onevenredig zware maatregel. Ook was de crisisheffing volgens het hof niet strijdig met het gelijkheidsbeginsel. Er was namelijk geen ongerechtvaardigd onderscheid tussen werkgevers met goed betaalde werknemers en werkgevers met uitsluitend werknemers die minder verdienen dan € 150.000.
Buitensporige last
De werkgever voerde tot slot nog aan dat er sprake was van een individuele buitensporige last, aangezien de crisisheffing ruim 4% van de loonsom bedroeg. Ook dit argument vond geen gehoor bij het hof. Volgens het hof was deze stijging van de loonkosten geen individuele buitensporige last. Dat de werkgever bij de budgettering en de kostprijsberekeningen geen rekening had kunnen houden met de loonkostenstijging, maakte dit niet anders. Het hof wees het hoger beroep dan ook op alle gronden af, waardoor de crisisheffing in stand bleef.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
donderdag, mei 14, 2015
Labels:
Crisisheffing,
EVRM,
Pseudo-eindheffing