In de oliesector zijn volgens het Amerikaanse adviesbureau Graves&Co wereldwijd meer dan 250.000 banen geschrapt vanwege de lage prijs. Vorig jaar is de olieprijs meer dan gehalveerd. Om kosten te besparen worden boorinstallaties, die niet genoeg opleveren, opgedoekt. Ook stellen bedrijven investeringen uit of doen ze helemaal niet meer.
Vooral toeleveranciers aan olieconcerns hebben te lijden onder de crisis in de sector. Dat merkt ook John Dijkstra van het verhuurbedrijf Dosco. Zijn bedrijf ligt momenteel vol met boorattributen die hij verhuurt. "Dit is niet de bedoeling. Het hoort hier zo goed als leeg te zijn."
Dijkstra vertelt dat er door de lage olieprijs amper wordt geboord. "En als er niet wordt geboord, verhuren wij ook niks. We gaan al wat jaren mee en ik heb wat dips meegemaakt, maar deze is wel zwaar. Volgens mij hebben we de onderkant nog niet eens gezien."
Ook bij de grote oliebedrijven gaat het slecht. Bij Shell hebben vorig al 7.500 medewerkers hun baan verloren. Ook de Nederlandse toeleverancier SBM Offshore schrapte 1.500 banen.
Sybe Visser van Swift Drilling maakt zich ook zorgen. Hij exploiteert een booreiland op de Noordzee, waarvan het vijfjarige contract binnenkort afloopt. Oliemaatschappijen hebben minder geld om te boren en vinden het met de lage olieprijs ook te weinig opleveren. Swift Drilling merkt daar de gevolgen van. "Als je inkomsten ineens halveren, zul je grote kosten moeten stoppen", zegt Visser. "Dat betekent dat er minder grote investeringen worden gedaan."
Verhuurder Dijkstra verwacht niet dat de crisis snel voorbij zal zijn. "We proberen daarom andere industrieën aan te boren. We zijn aan het kijken wat we in Iran kunnen doen. Daarnaast is de windindustrie interessant, dat is nu booming."
