Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Nederland heeft heffingsrecht over ontslagvergoeding van naar Nederland terugkerende expat
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontslagvergoeding kwalificeert als een lijfrente als bedoeld in art. 19 lid 1 Belastingverdrag NL-VS. Nederland is dan, als woonland, heffingsbevoegd.
Belanghebbende, X, werkt sinds 1997 voor zijn werkgever, A, in de VS. Eind 2010 wordt zijn dienstverband ontbonden. X ontvangt daarbij een afkoopsom van € 375.000. A stort de afkoopsom in Z bv, een stamrecht bv van X. In september 2011 betaalt Z bv een uitkering aan X, en houdt daarbij € 463,75 aan loonheffingen in. X is van mening dat de ontslagvergoeding moet worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking (ex art. 16 Belastingverdrag NL-VS), en dat het heffingsrecht toekomt aan de VS.
De inspecteur is van mening dat er sprake is van een met een pensioenuitkering gelijk te stellen uitkering (ex art. 19 Belastingverdrag NL-VS), en dat het heffingsrecht toekomt aan Nederland.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de ontslagvergoeding kwalificeert als een beloning die valt onder art. 19 Belastingverdrag NL-VS. De rechtbank overweegt hierbij dat uit het contract dat X en A hebben gesloten, en de berekening van de vergoeding, valt op te maken dat het bedrag van de ontslagvergoeding in overwegende mate is afgestemd op de pensioendatum van X. Verder strekt de vergoeding volgens de rechtbank primair tot voorziening in het levensonderhoud vanaf het ontslag tot aan de aanvang van het pensioen. Het heffingsrecht komt dan volgens de rechtbank, op grond van art. 19 lid 3 Belastingverdrag NL-VS, toe aan Nederland. Het gelijk is aan de inspecteur.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontslagvergoeding kwalificeert als een lijfrente als bedoeld in art. 19 lid 1 Belastingverdrag NL-VS. Het Hof overweegt daartoe dat de ontslagvergoeding is aangewend voor het aangaan van verbintenissen op grond waarvan periodiek, op vaste tijdstippen, gedurende een voor vaststelling vatbaar tijdvak een vaste som betaalbaar wordt gesteld. Ten aanzien van deze lijfrente is de woonstaat op het genietingsmoment, in casu dus Nederland, heffingsbevoegd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Bron
Belanghebbende, X, werkt sinds 1997 voor zijn werkgever, A, in de VS. Eind 2010 wordt zijn dienstverband ontbonden. X ontvangt daarbij een afkoopsom van € 375.000. A stort de afkoopsom in Z bv, een stamrecht bv van X. In september 2011 betaalt Z bv een uitkering aan X, en houdt daarbij € 463,75 aan loonheffingen in. X is van mening dat de ontslagvergoeding moet worden aangemerkt als loon uit dienstbetrekking (ex art. 16 Belastingverdrag NL-VS), en dat het heffingsrecht toekomt aan de VS.
De inspecteur is van mening dat er sprake is van een met een pensioenuitkering gelijk te stellen uitkering (ex art. 19 Belastingverdrag NL-VS), en dat het heffingsrecht toekomt aan Nederland.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat de ontslagvergoeding kwalificeert als een beloning die valt onder art. 19 Belastingverdrag NL-VS. De rechtbank overweegt hierbij dat uit het contract dat X en A hebben gesloten, en de berekening van de vergoeding, valt op te maken dat het bedrag van de ontslagvergoeding in overwegende mate is afgestemd op de pensioendatum van X. Verder strekt de vergoeding volgens de rechtbank primair tot voorziening in het levensonderhoud vanaf het ontslag tot aan de aanvang van het pensioen. Het heffingsrecht komt dan volgens de rechtbank, op grond van art. 19 lid 3 Belastingverdrag NL-VS, toe aan Nederland. Het gelijk is aan de inspecteur.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de ontslagvergoeding kwalificeert als een lijfrente als bedoeld in art. 19 lid 1 Belastingverdrag NL-VS. Het Hof overweegt daartoe dat de ontslagvergoeding is aangewend voor het aangaan van verbintenissen op grond waarvan periodiek, op vaste tijdstippen, gedurende een voor vaststelling vatbaar tijdvak een vaste som betaalbaar wordt gesteld. Ten aanzien van deze lijfrente is de woonstaat op het genietingsmoment, in casu dus Nederland, heffingsbevoegd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Bron
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
woensdag, juni 29, 2016
Labels:
Belastingverdrag,
Lijfrente,
Nederland,
Pensioen,
VS