Ieder jaar mag u tot een bepaald maximum lijfrentepremie in mindering brengen op uw belastbaar inkomen in box 1 (jaarruimte). Hoeveel? Dat hangt onder andere af van de hoogte van uw salaris, uw winst uit uw eenmanszaak, hoeveel pensioen u opbouwt bij uw werkgever of via de nettopensioenregeling en of u (als zelfstandig ondernemer) gebruikmaakt van de oudedagsreserve. Ook mag u de jaarruimte die u de afgelopen zeven jaren nog niet heeft benut tot een bepaald maximum gebruiken (reserveringsruimte).
Heeft u de premie fiscaal niet verrekend? Dan zijn de uitkeringen later toch belast. Stel u stort € 4.000 op een lijfrenterekening. U trekt de premie niet af. Over de uitkeringen betaalt u te zijner tijd belasting in box 1, ondanks het feit dat u de premie destijds fiscaal niet in mindering heeft gebracht op uw belastbaar inkomen.
Dit is voor u nadelig. Hoe u dit nadeel zo veel mogelijk voorkomt? Dat leest u hieronder.
Hoe voorkomt u zo veel mogelijk fiscaal nadeel?
Correctie aangifte die nog niet definitief vast staat
Staat uw aangifte inkomstenbelasting nog niet definitief vast? Dan kunt u een nieuwe aangifte indienen bij de Belastingdienst waarin u de lijfrentepremie alsnog opneemt.
Staat uw aangifte inkomstenbelasting wel definitief vast? Dan kunt u toestemming vragen aan de belastinginspecteur om de bedragen alsnog in mindering te mogen brengen op uw belastbaar inkomen in box 1. Dat kunt u (in principe) alleen maar doen voor de aangiften over de afgelopen vijf jaar.
Verklaring geruisloze terugstorting
Heeft u meer aan lijfrente betaald dan dat u in mindering mocht brengen op uw inkomen in box 1 (zowel jaar- als reserveringsruimte)? Dan kunt u bij de belastinginspecteur een ‘verklaring geruisloze terugstorting’ vragen. De voorwaarden zijn:
- Het mogen alleen betalingen tot en met 31 december 2016 zijn.
- De belastinginspecteur moet uiterlijk 31 december 2017 uw brief hebben ontvangen.
- Alleen het bedrag dat niet aftrekbaar is (= gestort bedrag -/- jaarruimte -/- reserveringsruimte) in een bepaald jaar kan worden teruggestort.
- Het bedrag dat kan worden teruggestort, wordt met terugwerkende kracht opgenomen in box 3. U moet er dan (waarschijnlijk) alsnog vermogensrendementsheffing over betalen.
- Het verzoek kan alleen betrekking hebben op de afgelopen vijf jaar.
- Daniëlle kan in 2017 aan de belastinginspecteur vragen of zij alsnog de lijfrentepremie – voor zover er jaar- en reserveringsruimte is – in mindering rekening mag brengen op haar belastbaar inkomen van de afgelopen vijf jaar.
- Alleen voor de betalingen van 2016, 2015, 2014, 2013 en 2012 kan zij voor dat deel van de premie dat niet in mindering kan worden gebracht op haar belastbaar inkomen een ‘verklaring geruisloze terugstorting’ aanvragen aan de belastinginspecteur (maximaal afgelopen vijf jaar, stortingen tot en met 31 december 2016).
- De betaling van juli 2017 kan ze niet meer terug laten boeken. Immers, het geld is langer dan drie maanden geleden geboekt (klik hier voor meer informatie) én de betaling is gedaan ná 31 december 2016. Hetzelfde geldt voor de betalingen van vóór 2012. Immers, die hebben betrekking op een periode langer dan vijf jaar geleden.
Voor de jaren 2009 tot en met 2011 in dit voorbeeld is er nog een laatste (beperkt) redmiddel: de saldoverklaring.
Saldoverklaring/verklaring niet-afgetrokken premies
Met deze verklaring geeft de inspecteur aan dat u bepaalde premies fiscaal niet heeft in mindering heeft gebracht op uw belastbaar inkomen en dat de uitkeringen die betrekking hebben op dat deel te zijner tijd fiscaal niet belast zijn (wel is de renteaangroei over de storting belast!). Ook hier zijn weer regels aan verbonden. Het gaat om de volgende punten.
- U moet aannemelijk maken dat u de premies fiscaal niet in mindering heeft gebracht. Dit doet u bijvoorbeeld door uw aangiften inkomstenbelasting aan de belastinginspecteur te sturen.
- Premies die u niet heeft afgetrokken vóór 2010 vallen voor 100% in de saldoverklaring.
- Premies die u sinds 2010 heeft betaald, vallen tot een bepaald maximum in de saldoverklaring. Dit maximum is gesteld op € 2.269 per belastingplichtige. Heeft u polissen afgesloten vóór 14 september 1999? Dan geldt dit bedrag per polis.
- € 1.000 is fiscaal aftrekbaar en te zijner tijd in de uitkeringsfase belast.
- € 2.269 is fiscaal niet aftrekbaar en te zijner tijd niet belast.
- Het restant van € 731 (€ 4.000 -/- € 1.000 -/- € 2.269) is niet aftrekbaar is en te zijner tijd wel belast.
Als u na het lezen van dit blog de stelling van de Belastingdienst “Leuker kunnen we niet maken, wel makkelijker” begrijpt, dan mag u mij een mail sturen. Ook voor vragen. Voor advies verwijs ik u graag naar uw fiscalist.