In lijn met eerdere jaren bevat het pakket Belastingplan 2018 een wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. Dit wetsvoorstel bevat onder andere het afschaffen van de inkeerregeling, een aantal wijzigingen in de Invorderingswet 1990 (IW 1990) zoals een vereenvoudiging van het derdenbeslag en een aanpassing van de huwelijksvermogensgemeenschap.
De andere wetsvoorstellen uit het pakket Belastingplan 2018 zijn:
Afschaffen inkeerregelingAfschaffing van de inkeerregeling in de fiscaliteit betekent een strengere aanpak en minder coulance voor de overtreder die zich uiterlijk twee jaar na het begaan van de opzettelijke of grofschuldige overtreding meldt bij de inspecteur. Die overtreder zal ook ter zake van belastingjaren waarvoor hij uiterlijk twee jaar nadat hij een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan of aangifte had moeten doen alsnog aan zijn fiscale verplichtingen voldoet, een vergrijpboete worden opgelegd.
Tijdklemmen kapitaalverzekeringen
Een van de voorwaarden om een vrijstelling voor een kapitaalverzekering eigen woning (KEW), een spaarrekening eigen woning (SEW) of een beleggingsrecht eigen woning (BEW) te kunnen benutten was dat ten minste vijftien of twintig jaren jaarlijks premie was voldaan. Deze zogenoemde tijdklemmen zijn als gevolg van een aangenomen amendement met ingang van 1 april 2017 vervallen. Dit wordt met ingang van 1 januari 2018 gecodificeerd.
Loonbelasting
Voorgesteld wordt de fictieve dienstbetrekking voor niet-uitvoerende bestuurders van een beursgenoteerde vennootschap af te schaffen.
Beperking toepassing heffingskortingen buitenlandse belastingplichtigen
Het kabinet stelt voor om vanaf 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toe te laten passen waarop nietkwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht hebben. Op grond van de voorgestelde maatregel wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit de landenkring vanaf 2019 in de loonbelasting enkel van de arbeidskorting het belastingdeel toegepast en wordt bij buitenlandse belastingplichtigen uit derde landen van geen enkele heffingskorting het belastingdeel toegepast.
Erf- en schenkbelasting (verdeling huwelijksvermogensgemeenschap)
Vanaf 1 januari 2018 is de standaard een beperkte huwelijksgemeenschap. De hoofdregel wordt dat zowel het aangaan van huwelijkse voorwaarden als het wijzigen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk slechts tot heffing van schenkbelasting leidt voor zover het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen hoger wordt dan 50% of het aandeel van de meestvermogende in het totale vermogen toeneemt. Er wordt dus geen schenking geconstateerd indien het aandeel van de meestvermogende echtgenoot in het totale vermogen niet toeneemt en het aandeel van de minstvermogende in het totale vermogen door de verkrijging niet uitkomt boven 50% van het totale vermogen. Zo vormt bijvoorbeeld een beperkte gemeenschap waarbij een echtgenoot zijn woning insluit in de gemeenschap, geen schenking mits de verkrijging er niet toe leidt dat het aandeel van de minstvermogende echtgenoot hoger wordt dan 50% van het totale vermogen. In de huwelijkse voorwaarden kan daarnaast een beding worden opgenomen dat werkt als het huwelijk wordt ontbonden door overlijden. Voor die situaties wordt een soortgelijke bepaling voorgesteld voor de erfbelasting.
Navordering van schenk- en erfbelasting
Het kabinet stelt voor in de Successiewet 1956 te regelen dat navordering ook is toegestaan indien in verband met een vermindering van een belastingaanslag een navorderingsaanslag aan dezelfde verkrijger moet worden opgelegd, bijvoorbeeld indien in verband met een vermindering van een 'gewone' aanslag en een conserverende navorderingsaanslag voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) moet worden opgelegd.
Aanslagtermijnen voor de schenkbelasting
Om de regeling nader in overeenstemming te brengen met de bedoeling van de wetgever wordt voorgesteld om expliciet in de wettekst op te nemen dat de aanslagtermijnen voor de schenkbelasting voortaan na de dag van het doen van aangifte ingaan wanneer meer dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden, aangifte van die schenking wordt gedaan. Met het oog op de eenvoud is gekozen voor een uniforme regeling voor alle situaties die onder de regeling voor niet-tijdige aangiften behoren te vallen in plaats van voor het opnemen van een nieuwe uitzondering voor een deelgroep.
Vervallen schorsende werking fiscaal verzet
De schorsende werking van het fiscaal verzet vervalt met ingang van 2018. Het fiscale recht wordt hiermee in lijn gebracht met het algemene bestuursrecht en het civiele recht.
Belastingwet BES
Het kabinet stelt voor onroerende zaken - niet zijnde zelfstandige woningen - van sociaal-culturele instellingen charitatieve of culturele instellingen, van doelen voor de behartiging van het algemeen nut of een sociaal belang of van organisaties van werkgevers en werknemers, vrij te stellen van vastgoedbelasting.
Dividendbelasting
Voorgesteld wordt om de fiscale beleggingsinstelling (FBI) als inhoudingsplichtige uit te sluiten van de toepassing van de inhoudingsvrijstelling voor opbrengsten die worden uitgekeerd aan (deels) vrijgestelde lichamen.
Toegang tot de antiwitwasinlichtingen
Om de Belastingdienst ook een effectieve controlemogelijkheid te geven ten aanzien van de CRS-gegevens die afkomstig zijn van de financiële instellingen van de BESeilanden, stelt het kabinet voor om in de Belastingwet BES toegang tot antiwitwasinlichtingen te regelen voor de controle van die CRS-gegevens.