Bij werkzaamheden in dienstbetrekking wordt in belastingverdragen die Nederland sluit meestal gekozen voor de vrijstellingsmethode voor de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Het inkomen wat is toe te rekenen aan de werkzaamheden en waarover de andere Staat belasting mag heffen, wordt in Nederland (verhoudingsgewijs) vrijgesteld voor de belastingheffing. Het is de Staatssecretaris van Financiën echter opgevallen dat dit - voor inwoners van Nederland - in de belastingverdragen met de Golfstaten niet (of niet goed) is geregeld of door aanvullende voorwaarden niet werkt.
Zo is in het belastingverdrag met Bahrein en Oman niet gekozen voor de vrijstellingsmethode, maar voor de verrekeningsmethode. Bij de verrekeningsmethode wordt de in de andere Staat betaalde belasting afgetrokken van de in Nederland verschuldigde belasting. Het probleem hierbij is, dat de Golfstaten in hun eigen belastingwetgeving geen belasting heffen over inkomsten uit dienstbetrekking. Iemand die in één van de Golfstaten woont en daar werkt, betaalt dus helemaal geen belasting. Dat terwijl een werknemer die in Nederland woont en in de Golfstaat werkt in Nederland belasting betaalt omdat hij geen aftrek krijgt!
In de belastingverdragen met Koeweit en de Qatar is wel gekozen voor de vrijstellingsmethode. Maar als de werkzaamheden buitengaats worden verricht, moet worden aangetoond dat in die Golfstaten belasting is betaald. Door het ontbreken van een belastingheffing over inkomsten uit dienstbetrekking, is dit dus niet mogelijk en ontstaat dezelfde situatie als bij de verrekeningsmethode.
In de belastingverdragen met Qatar, Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten is voor werkzaamheden aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in het internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, helemaal niet aangegeven welke methode moet worden gebruikt.
Goedkeuring
Omdat de Nederlandse werknemer hierdoor in een slechtere concurrentiepositie is dan een lokale werknemer, heeft de Staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat voor al deze situaties toch de vrijstellingsmethode wordt toegepast.
Inwerkingtreding
De Staatssecretaris van Financiën heeft gekozen om dit besluit terug te laten werken tot en met
1 januari 2015. Waarom voor deze datum is gekozen, wordt in het besluit niet toegelicht. Het meest recent gesloten belastingverdrag, met Oman, is al in werking sinds 28 december 2011. Ook de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, tegen welke achtergrond het besluit wordt genomen, is al op 11 februari 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden.
Het is dus onduidelijk waarom niet is gekozen om dit besluit terug te laten werken voor de volledige termijn waarbinnen ambtshalve verminderingen mogelijk zijn (vanaf het belastingjaar 2012). Wij hebben Rijksoverheid verzocht deze keuze nader toe te lichten. Hierop wordt later teruggekomen.
Controversieel
Het besluit is controversieel, want juist de laatste jaren is er internationaal veel te doen over bedrijven die door internationale belastingconstructies nergens belasting betalen. Door de OESO is hiervoor in 2013 al een actieplan tegen grondslagerosie (BEPS) gelanceerd. Door dit besluit betaalt de werknemer over het inkomen feitelijk ook nergens belasting.
Neem contact op met Robelco Tax Services
Heeft u in de 2015 en/of 2016 in een of meerdere van de Golfstaten (buitengaats) gewerkt of was u werkzaam aan boord van een zeeschip of luchtvaartuig die werd geëxploiteerd door een in een van de Golfstaten gevestigde onderneming? En bent u nog geen relatie van Robelco Tax Services? Neem dan contact op met ons op. Wij kunnen voor u nagaan of u door dit besluit nog recht hebt op een teruggave en dit voor u bij de belastingdienst aanvragen.
Stuur een e-mail aan info(at)robelco.nl voor meer informatie.