Tijdens het algemeen overleg van 16 november 2017 heeft de minister de Tweede Kamer toegezegd een analyse te zenden omtrent de knelpunten in de regels rond de A1-verklaringen. Hierbij komt hij aan deze toezegging tegemoet.
De A1-verklaringen worden binnen de EU gebruikt ter voorkoming van dubbele verzekering en premieheffing. Zij worden gebruikt om aan te tonen dat er een andere sociale zekerheidswetgeving van toepassing is dan die in de lidstaat waar gewerkt wordt. Het gevolg hiervan is dat er, als gevolg van premieverschillen tussen lidstaten, verschillen in arbeidskosten kunnen optreden tussen een werknemer en een gedetacheerde werknemer. Om te voorkomen dat detachering wordt gebruikt als een route voor oneigenlijke concurrentie moeten deze regels daarom voldoende restrictief worden vormgegeven. Ook moeten de procedures rondom de afgifte en intrekking van de A1-verklaringen zo zijn vormgegeven dat er alleen A1-verklaringen worden afgegeven wanneer er aan alle voorwaarden voor detachering is voldaan. Nederland heeft zich de afgelopen jaren ingezet om oneerlijke concurrentie te bestrijden door te komen tot een aanscherping van de regels in de Coördinatieverordening die het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel aanwijzen. Een specifiek aandachtspunt hierbij zijn de procedures voor afgifte en intrekking van de A1-verklaring.
In zijn analyse gaat de minister achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen:
- De procedure voor de afgifte van een A1-verklaring
- De procedure voor de intrekking van de A1-verklaring
- Detachering op basis van art. 12 van de Coördinatieverordening
- Werk in meer dan één lidstaat op basis van art. 13 van de Coördinatieverordening