Het ministerie van Financiën gaat harder inzetten op de aanpak van zwartspaarders. Er wordt over de komende jaren in totaal € 17 miljoen uitgetrokken en het vizier gaat van buitenlandse rekeningen naar bedrijfsconstructies om belasting te ontduiken.
Dat blijkt uit een Kamerbrief die deze week naar buiten is gestuurd door het ministerie van Financiën. Dat klopt zichzelf op de borst voor het succes in de jacht op zwartspaarders, die ervoor zorgt dat veel mensen alsnog belasting en (soms forse) boetes betalen over hun verhulde vermogen.
Het succes is reden voor Financiën om nog meer geld te steken in de zoektocht naar zwartspaarders. Anke Feenstra, partner bij Hertoghs Advocaten, legt uit waar de € 17 miljoen voor gebruikt wordt: „Er gaat nu vooral gekeken worden naar buitenlandse structuren. Eerder zocht de Belastingdienst meer naar rekeningen in het buitenland, maar nu zetten mensen vennootschappen op voor hun vermogen.”
Panama papers
Dat valt advocaat Mark Hendriks ook op. „Dat komt door alles wat er speelt met de Panama Papers en internationale fiscale constructies. De Belastingdienst heeft nu door dat daar ook veel geld te halen is.”
Feenstra vertelt waarom de jacht op zwartspaarders steeds moeilijker wordt. „Door de mondialisering zijn er steeds meer mensen die veel in het buitenland verblijven. De vraag is of die nog wel belastingplichtig zijn in Nederland. Dat is een moeilijke discussie.” Ze vindt dat die mondialisering ook betekent dat de wetgeving aangepast moet worden. „Wetten zijn hier nog niet op aangepast, dat gaat ten koste van de rechtszekerheid en rechtsbescherming.”
Vragen stellen
Hendriks wijst er nog op dat uit de brief en eerdere WOB-verzoeken blijkt dat de FIOD vanaf het begin meekijkt als de Belastingdienst in dit kader fiscale vragen stelt aan mensen. „Daar moet je rekening mee houden. Want als de FIOD iets aan je vraagt, weet je dat je verdachte bent en dan hoef je de vragen niet te beantwoorden. Terwijl de fiscus je wel probeert te dwingen om antwoord te geven, terwijl ze zeggen dat ze alleen maar met een fiscaal onderzoek bezig zijn.”