In het Belastingplan 2018 is geregeld dat vanaf 2019 buitenlands belastingplichtigen het belastingdeel van de heffingskortingen niet meer via de loonbelasting ontvangen. Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen kunnen het belastingdeel van de heffingskortingen waarop zij recht hebben wel nog via de inkomstenbelasting terugkrijgen. Maar als dit pas gebeurt bij de definitieve aangifte inkomstenbelasting leidt dit tot een liquiditeitsnadeel voor de buitenlands belastingplichtige.
Vanwege het liquiditeitsnadeel kan een kwalificerend buitenlands belastingplichtige ook via een voorlopige aanslag inkomstenbelasting in het jaar zelf al het belastingdeel van de heffingskortingen terugkrijgen. Voorwaarde is wel dat de kwalificerend buitenlands belastingplichtige dat in het voorgaande jaar ook al was. Voor buitenlands belastingplichtigen die net beginnen met werken in Nederland, kan deze tegemoetkoming niet worden verleend omdat in dat geval volgens de Staatssecretaris een te groot risico bestaat dat de heffingskortingen ten onrechte worden toegekend.
Voor inwoners van België die in Nederland werken geldt een uitzondering: zij kunnen het belastingdeel van de algemene heffingskorting altijd terugkrijgen. Ook als ze geen kwalificerende buitenlands belastingplichtigen zijn. Om die reden kunnen inwoners van België vanaf het eerste moment dat zijn in Nederland werken het belastingdeel van de algemene heffingskorting al terugkrijgen via een voorlopige aanslag inkomstenbelasting.