Sinds de studiefinanciering is afgeschaft, zijn veel studenten gedwongen om een studielening af te sluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In totaal staat er in ons land een studieschuld uit van 11,2 miljard euro, wat neerkomt op bijna 14.000 euro per afgestudeerde.
Zo’n schuld fungeert als de spreekwoordelijke molensteen. Oud-studenten zijn tot wel 35 jaar bezig om hun schuld af te lossen. Ook komen ze in de knel bij de aanvraag van een hypotheek. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel ouders graag financieel willen bijspringen. Maar wat is wijsheid?
Je bent uiteraard vrij om te bepalen met welk bedrag je je kind wil ondersteunen. Onderzoek van het Nibud wijst uit dat uitwonende studenten gemiddeld 216 euro per maand van hun ouders ontvangen. Dat komt neer op 2.592 euro per jaar. Thuiswonende studenten krijgen gemiddeld 82 euro per maand toegestopt, ofwel 984 euro op jaarbasis.
Dit dekt lang niet alle kosten, want volgens het Nibud Studentenonderzoek 2017 blijkt dat een thuiswonende student ruim 7.000 euro per jaar kwijt is aan collegegeld, boeken, kleding, verzekeren, telefoon, sport en uitgaan. Voor uitwonende studenten is dat bijna het dubbele.
Een andere indicatie is de aanvullende beurs voor studenten van wie de ouders te weinig verdienen. Deze dient als vervanging van de ouderbijdrage en bedraagt momenteel 389 euro per maand, ofwel 4.668 euro per jaar.
De richtbedragen lopen dus flink uiteen. Zet daarom goed op een rij wat je kan en wil missen. Uit het oogpunt van een degelijke financiële opvoeding adviseert het Nibud ouders om niet alles voor je zoon of dochter te betalen. Op die manier kan je kind leren om zelf te plannen. Met een bijbaan, eventuele zorgtoeslag en de belastingteruggave kunnen tekorten worden aangevuld.
Optie 1: Bijdragen aan de kosten
De makkelijkste manier om je kind bij te staan is door geld over te maken of bepaalde kosten, zoals collegegeld, studiemateriaal en de zorgverzekering te betalen.
Als je kind voor zijn 21ste jaar aan de studie is begonnen, hoef je hierover geen schenkbelasting te betalen. Ouders zijn namelijk wettelijk verplicht om tot deze leeftijd is bereikt, bij te dragen aan de kosten voor levensonderhoud en studie.
Is je kind later van start gegaan, dan is de kans nog steeds groot dat de fiscus niet bij je aanklopt. Je kunt dan een beroep doen op de schenkingsvrijstelling wegens het ‘nakomen van een natuurlijke verbintenis’.
Als je geen bizar hoge bedragen betaalt, zal de Belastingdienst hierover niet moeilijk doen meent Marc van Vugt, van Van Vugt & Van Hulten Belastingadviseurs & Financieel Planners in Vught. “Als het gaat om vergoeden van de kosten van levensonderhoud is niet snel sprake van een schenking.”
Gelet op de jaarlijkse schenkingsvrijstelling van 5.363 euro (over 2018) is het sowieso de vraag of je boven dit grensbedrag uitkomt.
Daarnaast mogen ouders aan hun kind tussen de 18 en 40 jaar eenmalig een hoger bedrag belastingvrij schenken, van 25.731 euro. Wordt het bedrag aangewend voor een erg dure studie of voor een eigen woning, dan kun je gebruik maken van een nog hogere vrijstelling, van respectievelijk 53.602 en 100.800 euro.
Gaat je kind in een andere stad studeren, dan kan het ook aantrekkelijk zijn om een huis of appartement te kopen en de kamers te verhuren aan je kind en enkele medestudenten. Dat kan niet alleen voordelig zijn, maar het is natuurlijk ook prettig als je zoon of dochter zelf zijn huisgenoten kan uitkiezen.
Je moet dan wel goed in de slappe was zitten, stelt Gerard Acda FFP, eigenaar van ACDA Advies & Consultancy in Lelystad. “Je hebt veel eigen geld nodig of moet een tweede hypotheek afsluiten. Dat is niet voor iedereen haalbaar. Bovendien zijn woningen in studentensteden vaak duur.”
Sluit je voor de aankoop een hypotheek af, dan valt deze niet in box 1 (inkomen), maar in box 3 (sparen en beleggen). Dat betekent dat de hypotheekrente niet aftrekbaar is van je inkomen, zegt Acda. “Je moet over de marktwaarde vermogensrendementsheffing betalen, maar mag daar de hypotheekschuld wel vanaf trekken. Bovendien is de ontvangen huur netto: je hoeft daar geen belasting over te betalen.”
Stel dat je een vierkamerappartement koopt van 200.000 euro, waarop een hypotheek rust van 150.000 euro, dan hoef je maar over 50.000 euro vermogensrendementsheffing te betalen, zo rekent Acda voor. “Er geldt wel een drempel van 3.000 per fiscaal partner om de schuld te verrekenen. Dus uiteindelijk gaat het om vermogensrendementsheffing over 56.000 voor dit echtpaar.”
Als je drie kamers verhuurt, voor 400 euro per maand, dan ontvang je elke maand netto 1.200 euro. “Daar kun je de hypotheek wel van betalen.”
Hij wijst er wel op dat het vaak oude huizen zijn. “Houd dus wel rekening met onderhoudskosten.” Verder ben je nog andere kosten verschuldigd, zoals OZB, servicekosten, gas, water en elektriciteit en een opstalverzekering.
Daar staat wel tegenover dat huizen in populaire studentensteden vaak in waarde stijgen, waardoor je de woning mogelijk met winst kunt verkopen.
Je kunt er ook voor kiezen om het huis aan je kind verkopen, nadat hij zijn bul heeft behaald. Om problemen met de Belastingdienst te voorkomen, is het wel belangrijk om een reële vraagprijs te hanteren, waarschuwt Acda. “Kies je voor een symbolisch bedrag, dan wordt dat door de fiscus aangemerkt als een schenking en moet je daarover belasting betalen.”
Verder kun je tegen andere hobbels aanlopen. Zo is in vrijwel elke hypotheekakte de bepaling opgenomen dat verhuur van de woning is verboden zolang er nog een hypotheek op rust. Ook kunnen gemeenten voorwaarden stellen aan verhuurders en genieten huurders huurbescherming, waardoor je deze niet zomaar op straat kunt zetten. De belangrijkste hindernissen vind je in dit artikel.
De rente over een lening bij DUO bedraagt nu 0 procent: een tarief waar geen enkele andere lening aan kan tippen. Bovendien zijn de voorwaarden uiterst soepel. Zo heb je maar liefst 35 jaar de tijd om de lening terug te betalen en word je vrijgesteld van aflossingen als je te weinig verdient.
Je kunt ervoor kiezen om je kind een lening af te laten sluiten bij DUO en zelf in de tussenliggende periode beleggen. Met de opbrengst kun je dan later helpen om de studieschuld (gedeeltelijk) te aflossen.
Dat lijkt een slimme oplossing, maar Gerard Acda is er huiverig voor. “Je bent indirect aan het beleggen met geleend geld. Dat zou ik niet adviseren.”
Een alternatief is sparen, maar gelet op de lage spaarrente, in combinatie met de inflatie en de vermogensrendementsheffing is dat momenteel niet aantrekkelijk.
Aan deze oplossing kleven bovendien de nodige risico’s. Zo kan de rente over de DUO-lening gedurende de looptijd gaan stijgen. Zo werd onlangs al bekend dat de rente over studieschulden in 2020 omhoog gaat. Het tarief wordt dan gekoppeld aan de 10-jaarsrente in plaats van de 5-jaarsrente. Deze is doorgaans hoger. Bij de huidige lage rente is dat verschil niet groot, maar als de Europese Centrale Bank de rente gaat verhogen, kan het plaatje er heel anders uit gaan zien.
Blijft je kind na zijn studie achter met een schuld, dan kan hij bovendien later een minder hoge hypotheek krijgen. Dat kan er behoorlijk inhakken, waarschuwt Acda. “Het maximale hypotheekbedrag dat je misloopt, is ongeveer dubbel zo hoog als de studieschuld. Als je bijvoorbeeld een schuld bij DUO hebt van 50.000 euro, kun je 100.000 euro minder hypotheek krijgen. Dat betekent feitelijk dat je als starter geen hypotheek kunt krijgen.”
Bij gewone consumptieve leningen is de hefboom overigens een stuk groter: een factor 5. Maar ook bij een studieschuld kunnen de gevolgen voor de aankoop van een huis dus groot zijn.