De maatregelen zijn onderdeel van het pakket Belastingplan 2019. Een groot deel van de maatregelen gaat in per 1 januari 2019, net als een aantal belastingmaatregelen die al eerder zijn afgesproken. Hierna treft u een overzicht aan van een aantal van de belangrijkste belastingwijzigingen voor burgers, het volledige overzicht van alle wijzigingen (incl. bedrijven) vindt u hier.
Invoering tweeschijvenstelsel
Door de geleidelijke invoering van een tweeschijvenstelsel met een basistarief en een toptarief nemen de besteedbare inkomens toe van alle personen met een inkomen vanaf € 21.000 per jaar. Het tarief in de huidige tweede en derde schijf daalt in 2019 van 40,85% naar 38,10%. Het tarief in de huidige eerste schijf stijgt van 36,55% naar 36,65%. Het tarief in de huidige vierde schijf daalt van 51,95% naar 51,75%.
Verhoging algemene heffingskorting
Door een verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen van mensen met een inkomen tot € 68.507 per jaar toe. De heffingskorting stijgt in 2019 met € 212 tot € 2477 voor inkomens tot € 20.384 per jaar. Ook inkomens tussen € 20.384 en € 68.507 profiteren van de verhoging van de algemene heffingskorting, alleen wel minder.
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen. De maximale arbeidskorting stijgt in 2019 met € 150 tot € 3399. Daarnaast bouwt de arbeidskorting in 2019 sneller af. Hier profiteren werkenden met een inkomen tussen circa € 10.000 en € 41.000 van.
De koopkracht van gepensioneerden wordt in 2019 versterkt door een verhoging van de ouderenkorting. In 2019 wordt het maximale bedrag van de ouderenkorting na indexatie met € 178 verhoogd tot € 1.596. Voor ouderen met een inkomen boven € 36.000 bouwt de ouderenkorting vanaf dit jaar geleidelijk af. Ouderen met een inkomen tussen € 36.000 en € 47.000 profiteren hiervan, omdat de ouderenkorting in 2018 nog direct daalde naar € 72 wanneer het inkomen boven de inkomensgrens uitkwam.
Werknemers die werk combineren met de zorg voor jonge kinderen hebben recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Deze korting zal in 2019 anders berekend worden. Mensen met een inkomen tussen de € 5000 en € 25.000 kunnen minder IACK tegemoet zien, omdat het basisbedrag van €1000 verdwijnt. Wel gaat het opbouwpercentage waarmee berekend wordt op hoeveel IACK je recht hebt, omhoog van 6,16% naar 11,45%. Hierdoor wordt de maximale IACK (€ 2835 in 2019) al bij een lager inkomen bereikt.
Het kabinet betaalt de verlaging van de lasten op arbeid gedeeltelijk door economisch minder verstorende belastingen te verhogen. Zo worden boodschappen iets duurder door een verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9%. Dit betekent in de praktijk dat boodschappen van € 100 in 2019 € 2,83 duurder worden.
Aftrekposten zijn kosten die mensen mogen aftrekken van het inkomen, waardoor zij minder inkomstenbelasting betalen. Voor de hogere inkomens (inkomen boven € 68.507) wordt het tarief van een aantal aftrekposten afgebouwd, zoals de hypotheekrenteaftrek. In 2019 bedraagt het tarief voor hypotheekrenteaftrek voor hoge inkomens 49%. Tegelijkertijd daalt het eigenwoningforfait naar 0,65%. Dit is een percentage van de WOZ-waarde van de woning waarover belasting moet worden betaald.
Met ingang van 1 januari 2019 wordt de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de wet Hillen) beperkt. De aftrek wordt jaarlijks met 3 1/3 procentpunt verlaagd over een periode van 30 jaar.
Vrijwilligers kunnen jaarlijks tot € 200 meer belastingvrij vergoed krijgen, tot een bedrag € 1700 per jaar. Daarnaast wordt de door de Belastingdienst gehanteerde uurvergoeding om te beoordelen of sprake is van vrijwilligerswerk verhoogd naar € 5.
Sigaretten, rooktabak en sigaren worden duurder. Zo wordt een pakje van 20 sigaretten 6 cent duurder (accijns+btw) en een pakje shag van 40 gram wordt 11 cent duurder (accijns + btw).