Op 1 januari 2006 werd de levensloopregeling ingevoerd. Maar al in 2011 werd besloten om de regeling weer af te schaffen. En 2021 valt het doek definitief. Tijd om keuzes te maken als u nog levenslooptegoed heeft!
De levensloopregeling werd in 2006 ingevoerd, min of meer ter vervanging van de spaarloonregeling. Werknemers konden hierdoor fiscaal vriendelijk bruto loon opzij te zetten voor bijvoorbeeld zorgverlof, studie of een sabbatical. Wie een levenslooprekening heeft, mag volgens de fiscale regels doorsparen tot en met 2021. Opnemen mag in de periode tot en met 2021 naar eigen behoefte.
Opname is tegenwoordig ook toegestaan als u geen verlof opneemt. Op het moment dat het geld tot uitkering komt, wordt het belast (tegen het progressieve tarief in box 1). Wat u niet opneemt, valt in elk geval een dag vóór het bereiken van de AOW-leeftijd of, als dat eerder is, uw pensioenleeftijd automatisch vrij en wordt tegen het dan voor u geldende tarief belast.
Wat eind 2021 nog niet is opgenomen of vrijgevallen wordt eind 2021 bij uw box 1-inkomen gevoegd en belast tegen het progressieve tarief. Heeft u nog levenslooptegoed? Kies dan nu of u het in 2019, 2020 en/of 2021 wilt laten belasten. Uiteraard kiest u het jaar (of de jaren) waar u fiscaal het meest profijt van heeft.
LET OP: Wat u met uw levenslooptegoed kan en mag, hangt niet alleen af van de hiervoor geschetste fiscale regels, maar ook van de voorwaarden van uw levensloopregeling. Check daarom bij uw werkgever en/of bank of u de vrijheid heeft om te kiezen tussen een uitkering ineens en een uitkering verdeeld over een aantal jaren.