De boete dateert van oktober 2014. Sindsdien was er onduidelijkheid over de gevolgen van dit besluit. Het Rotterdamse droogdok van Damen Shipyards gold al die tijd als een 'besmet droogdok'.
De rechter oordeelt dat een cruiseschip moet worden aangemerkt als een ‘vervoermiddel in het internationale verkeer’. Dat is ook het geval als het schip tijdelijk in het dok ligt. Voor niet-EU medewerkers die buiten Nederland wonen, in dienst zijn van een buitenlandse opdrachtgever en werken op de cruiseschepen, hoeft volgens de huidige regels geen werkvergunning aangevraagd te worden.
De afgelopen jaren liep het droogdok jaarlijks voor 100 miljoen euro aan opdrachten voor de grootste cruiseschepen mis omdat de rederijen geen vertrouwen hadden in de onduidelijke en subjectieve uitleg van de regels en in de inspecties van de Nederlandse overheid, zegt NMT-voorzitter Bas Ort in Schuttevaer.
Ort roept minister Koolmees (SZW) en de inspecteur generaal van de Inspectie SZW op om de uitspraak te respecteren en geen beroep aan te tekenen. "De uitspraak van de rechter biedt duidelijkheid voor opdrachtgevers en werven. We zijn blij dat de rechter bevestigd heeft dat de huidige regelgeving voldoet voor de riding crew van cruiseschepen. We vertrouwen er op dat de minister hier niet aan gaat morrelen en voorkomt dat nieuwe opdrachten weer naar het buitenland verdwijnen. Laten we er nu met z’n allen vol voor gaan om deze werkgelegenheid weer naar Nederland terug te halen", aldus Ort.