Het begrip substantieel werken is belangrijk voor de toepassing van de Europese sociale zekerheids-verordening 883/2004.
In de Praktische Gids ‘Over de toepasselijke wetgeving’ van de Europese commissie staat de volgende omschrijving:
“Een “substantieel gedeelte van de werkzaamheden” verricht in een lidstaat betekent dat een kwantitatief substantieel deel van alle werkzaamheden daar wordt verricht, zonder dat het hierbij noodzakelijkerwijs om het grootste deel van deze werkzaamheden hoeft te gaan.
De beoordeling of een substantieel gedeelte van de werkzaamheden in een lidstaat wordt verricht, gebeurt mede op grond van de volgende indicatieve criteria:
- de arbeidstijd en/of
- het loon.
Hoewel het verplicht is rekening te houden met de criteria arbeidstijd en/of loon, is dat geen uitputtende lijst en mogen er daarnaast andere criteria in overweging worden genomen. Het is aan de aangewezen organen om alle relevante criteria in aanmerking te nemen en de situatie van de betrokkene als geheel te beoordelen vooraleer te beslissen welke wetgeving van toepassing is.
Een belastingplichtige verblijft te lang in het woonland (Spanje) door Covid-19. Nederland is de werkstaat. Spanje volgt niet het advies van het OESO-secretariaat. Hoe gaat Nederland om met de 183-dagenregeling?
Voor de toepassing van het belastingverdrag Spanje – Nederland, zijn tussen Spanje en Nederland geen afspraken gemaakt in het kader van de coronamaatregelen. Dat betekent dat u het belastingverdrag op de reguliere wijze moet toepassen. Als een werknemer thuis moet werken, dan is het loon voor deze thuiswerkdagen belast in het land waar de werknemer woont.
OESO adviseert om geen fiscale gevolgen te verbinden aan bijzondere omstandigheden als gevolg van COVID-19. Dit staat in de OESO-analyse van belastingverdragen en de gevolgen van de coronacrisis. Dit betekent geen wijzigingen van de fiscale woonplaats van de expat en geen nieuwe vaste inrichtingen voor zijn werkgever. Hoe gaat Nederland hiermee om?
Nederland onderschrijft de OESO-analyse. Dit staat op pagina 20 van de antwoorden op Kamervragen van 15 juni 2020:
“Op 3 april 2020 heeft de OESO een aantal richtsnoeren gepubliceerd over de gevolgen van de coronacrisis voor de toepassing van belastingverdragen.
De OESO merkt op dat het onwaarschijnlijk is dat de coronacrisis invloed heeft op het vaststellen van vaste inrichtingen in de zin van belastingverdragen en dat het onwaarschijnlijk is dat als gevolg van de coronacrisis de vestigingsplaats van vennootschappen en woonplaats van natuurlijke personen in de zin van belastingverdragen zal veranderen. De OESO verwijst hiervoor naar verschillende passages uit het OESO-commentaar.
Het OESO-commentaar is voor Nederland van grote betekenis en Nederland onderschrijft dan ook deze OESO-analyse ten aanzien van de coronacrisis.”
Bij onze organisatie werken een aantal medewerkers vanaf maart 100% thuis. Sommige medewerkers wonen in België en Duitsland. Blijven deze medewerkers belastingplichtig en sociaal verzekerd in de werkstaat, dus Nederland?
Als de medewerkers thuiswerken door de coronamaatregelen heeft dit geen gevolgen voor de sociale zekerheid. Meer informatie staat op svb.nl.
Voor de toepassing van het verdrag kan ervoor gekozen worden om de thuiswerkdagen, als gevolg van de coronacrisis, toch aan te merken als werkdagen in Nederland. Hiervoor geldt een aantal voorwaarden.
De afspraken tussen Nederland en Duitsland staan in de Staatscourant van 10 april 2020. De afspraken tussen Nederland en België staan in de Staatscourant van 8 mei 2020.