Met het geld uit het STAP-budget kunnen mensen een opleiding, training of cursus volgen. Bijvoorbeeld om een mbo-diploma te halen. Met het STAP-budget wil de overheid mensen helpen om zich te ontwikkelen tijdens hun loopbaan. Werknemers en werkzoekenden hebben zo meer kansen om hun baan te houden. Of om een nieuwe baan te vinden.
Het STAP-budget vervangt de fiscale aftrek van scholingskosten. Tot 1 januari 2022 is het mogelijk om bij de aangifte inkomstenbelasting scholingskosten af te trekken. Daarna zijn deze kosten niet meer aftrekbaar. Mensen die het meeste voordeel hebben van bijscholing maken te weinig gebruik van deze mogelijkheid. Denk aan flexwerkers, werkzoekenden en werkenden met beroepen waar minder vraag naar is. Of mensen die om financiële redenen geen (bij)scholing kunnen volgen. De overheid wil dat deze mensen met het STAP-budget sneller kiezen voor een opleiding of cursus. Zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen tijdens hun loopbaan en hun positie op de arbeidsmarkt kunnen versterken.
Mensen die zich laten om- of bijscholen kunnen voorkomen dat ze hun baan verliezen. Ook hebben zij meer kans om een andere baan te vinden. Werk verandert namelijk snel. Steeds meer werk is digitaal. Hierdoor komen er nieuwe banen bij, terwijl andere banen verdwijnen. Ook door de coronacrisis verdwijnen er banen. Terwijl er in de zorg, techniek en het onderwijs juist veel vacatures zijn.
Voor mensen met zware beroepen, bijvoorbeeld in de bouw, kan omscholing helpen om van baan te wisselen. Zo kunnen zij op een gezonde manier de AOW-leeftijd bereiken.
Vanaf 1 maart 2022 kunnen werkenden en werkzoekenden bij UWV het STAP-budget aanvragen. Dit kan per persoon 1 keer per jaar. Als de aanvraag is goedgekeurd, wordt het bedrag betaald aan de opleider.
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) houdt een register (scholingsregister) bij met opleidingen waarvoor mensen STAP-budget kunnen aanvragen. Een STAP-budget aanvragen kan alleen als de scholingsactiviteiten in het scholingsregister staan.