In de zoektocht naar
miljarden voor de Voorjaarsnota is onder meer de expatregeling op losse schroeven komen te staan. Het versoberen van die regeling neemt een groot belastingvoordeel weg voor bedrijven die goedbetaalde werknemers uit het buitenland halen. De regeling is geliefd, maar roept ook afkeer op. En deskundigen waarschuwen: of het schrappen uiteindelijk geld oplevert, is nog maar de vraag.
De expatregeling werd na de Tweede Wereldoorlog in het leven geroepen om Amerikaanse bedrijven te lokken. In Nederland gold toen een loonbelastingtarief van meer dan 70 procent, waardoor ons land aanvankelijk niet aantrekkelijk was. Met een fikse belastingkorting werd dat opgelost.
Maar de expatregeling kwam onder vuur te liggen en werd in 2017 geëvalueerd. Bedrijven als Booking, Adyen, Marktplaats, Johnson & Johnson, Patagonia en Uber kwamen op het ministerie van Financiën bijeen, bleek uit een
Wob-verzoek.
De discussie leidde ertoe dat per 1 januari 2019 de looptijd van de expatregeling werd
verkort van acht naar vijf jaar. En nu wordt dus gesproken over een versobering of zelfs een afschaffing. De reacties zijn wisselend.
Wat is de Nederlandse expatregeling?
De expatregeling staat in Nederland ook wel bekend als de 30%-regeling. Het is een belastingregeling voor buitenlandse werknemers die een 'specifieke deskundigheid' hebben die schaars is op de Nederlandse arbeidsmarkt. Als dat het geval is, betalen zij over maximaal 30 procent van hun loon geen belasting.
Om geheel gebruik te kunnen maken van de regeling moet de expat tijdelijk in Nederland werken en een minimaal brutosalaris van bijna 56.000 euro verdienen. Voor een expat jonger dan 30 jaar met een masterdiploma, is die drempel bijna 43.000 euro. Dat kan een groot voordeel opleveren, want in plaats van een belastingtarief van 49,50 procent, geldt voor hen een tarief van 34,65 procent.
Als het aan de FNV ligt, mag de expatregeling worden afgeschaft. Volgens de vakbond is de regeling in de huidige vorm een excessieve compensatie voor met name de hogere inkomens.
"De regeling is in het leven geroepen om werknemers aan te trekken die schaars zijn. Maar om dat te toetsen, wordt alleen gekeken naar het inkomen", zegt FNV-bestuurder Amrit Sewgobind. "We zien het als een verdienmodel voor bedrijven om mensen binnen te halen voor de belastingkorting. En daarmee verdringen zij anderen op de arbeidsmarkt."
Wel vindt de vakbond dat er een overgangsregeling moet komen. Op die manier hebben expats, die nu onder de regeling vallen, geen last van de nadelen zonder dat zij zich daarop konden voorbereiden.
Meer belastingopbrengsten?
Fiscalisten vrezen dat Nederland zichzelf in de vingers snijdt als de expatregeling volledig wordt afgeschaft. Want tegenwoordig heeft, op Duitsland na, elk West-Europees land een voordelige belastingwet voor buitenlandse werknemers. België heeft zelfs sinds dit jaar een nieuwe expatregeling ingevoerd die nagenoeg gelijk is aan die van Nederland.
"Als hier minder bedrijven met werknemers komen of zelfs vertrekken, is het maar de vraag of je ook meer belastingopbrengsten krijgt", zegt Robert Rouwers, belastingadviseur internationale loonheffingen en partner bij EY.
Dat vindt ook Ruben Froger, belastingadviseur loonheffingen en partner bij KPMG Meijburg & Co. "De regeling bestaat meer dan vijftig jaar en concurrerende landen in de EU hebben soortgelijke regelingen. Mochten we de regeling afschaffen en daar vervolgens spijt van krijgen, dan kunnen we het in de praktijk niet meer terugdraaien. Dus ik zou hier nog maar eens heel wat nachtjes over slapen."
Deze landen hebben ook een expatregeling:
NOS
Ook ondernemersvereniging VNO-NCW vindt een versobering of afschaffing onverstandig. "Juist de bedrijven van de toekomst, tech-bedrijven zoals onze nationale trots ASML maar ook mkb-techbedrijven, kunnen absoluut niet zonder buitenlands talent. De expatregeling is de enige reden waarom Nederland nog enigszins aantrekkelijk is voor hen."
FNV-bestuurder Sewgobind zegt buitenlandse werknemers niet te willen weren, maar ziet ongelijkheid ontstaan op de arbeidsmarkt en de woningmarkt doordat expats minder belasting hoeven te betalen.
"Tijdens onderzoek dat we deden spraken we met mensen in Amsterdam en Amstelveen. Daaruit begrepen we dat expats, misschien onbedoeld, de huizenprijzen opdrijven. Dat komt doordat zij simpelweg meer te besteden hebben. En dat is voor verhuurders en verkopers een lucratievere markt dan de gemiddelde Amsterdammer."