Vincent de Groot: "Onze dienstverlening is volledig gericht op de internationale werknemer. Door de uitgebreide ervaring met en de specifieke kennis over onder meer de fiscale omstandigheden van zeevarenden, personen werkzaam in de offshore-industrie en bij baggerbedrijven, maar ook voor andere internationaal mobiele werknemers, weet u zeker dat uw fiscale zaken in vertrouwde en deskundige handen zijn.
Bent u buiten Nederland werkzaam? Zit u met vragen over belastingen en sociale premies? Niet alleen voor het verzorgen van uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting, maar ook bij advisering over werken buiten Nederland of voor een buitenlandse werkgever en wonen buiten Nederland bent u bij ons aan het juiste adres!"
Translate this site
Ondanks opschorting EU-recht sprake van kwalificerende buitenlandse belastingplicht
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de echtgenoot is aangemerkt als kwalificerende buitenlands belastingplichtige. Voorts is tussen partijen is niet in geschil dat belanghebbende woonachtig is in een gebied behorend tot de [plaats 2] waar de invoering van het Unierecht is opgeschort, kortgezegd: zij is woonachtig in het noorden van [plaats 2].
Alleen is in geschil of belanghebbende inwoner is van een lidstaat van de EU zoals artikel 7.8, zesde lid, van de Wet IB 2001 onder andere als voorwaarde stelt.
De rechtbank stelt vast dat bij de toetreding van de [plaats 2] als lidstaat van de EU op 1 mei 2014 er geen voorbehoud is gemaakt, of beperking is aangebracht, ten aanzien van het grondgebied dat de [plaats 2] zou omvatten. De [plaats 2] is dus als geheel – dat wil zeggen met het gehele grondgebied zoals zij en de EU dat hebben bepaald, dus inclusief het noorden – toegetreden als lidstaat van de EU. Dat het Unierecht vervolgens niet op het gehele grondgebied van de [plaats 2] kan worden toegepast, maakt niet dat het noorden van [plaats 2] daardoor niet meer onderdeel is van de lidstaat de [plaats 2], zoals die is toegetreden tot de EU.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de [plaats 2] - in het geheel - lidstaat is van de EU en belanghebbende aldaar woonachtig was. Daarmee kwalificeert belanghebbende als inwoner van een lidstaat van de EU zoals vereist wordt in artikel 7.8, zesde lid, van de Wet IB 2001. De Nederlandse wet vereist op dit specifieke punt niet meer dan dat en kent de door de inspecteur voorgestane beperking niet. De rechtbank is dus van oordeel dat belanghebbende op dit punt voldoet aan artikel 7.8, zesde lid, van de Wet IB en dat het gelijk aan haar is.
Voor dat geval is niet in geschil dat belanghebbende in beide jaren als kwalificerende buitenlands belastingplichtige dient te worden aangemerkt en als zodanig in de belastingheffing zal moeten worden betrokken.
Geplaatst door Vincent de Groot van
Robelco Tax Services
op
vrijdag, januari 13, 2023
Labels:
Belastingplichtig,
Buitenlands,
Cyprus,
EU,
Kwalificerende,
Rechtbank