Meerdere grote Nederlandse scheepvaartbedrijven betalen geen tot nauwelijks belasting. De bedrijven profiteren van een speciale regeling. Rederijen pleiten voor nog meer belastingvoordeel voor de scheepvaart. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS.
Het gaat om de tonnageregeling. Rederijen die gebruikmaken van deze regeling betalen geen belasting over hun winst, maar over het netto laadvermogen van het schip. Het kan dus zo zijn dat een bedrijf verlies lijdt, maar toch belasting moet betalen. Of juist heel veel winst en maar een klein beetje belasting.
De regeling werd in 1996 ingevoerd om de Nederlandse scheepvaart te steunen. "Het ging toen slecht met de vloot, het aantal schepen onder de Nederlandse vlag nam af", zegt Lodewijk Wisse, dossierhouder fiscale zaken bij de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders. "De tonnageregeling moest het maritieme vestigingsklimaat een zetje geven, en dat heeft het gedaan."
Wagenborg en Spliethoff
Zo'n duizend bedrijven gebruiken de Nederlandse regeling. Zij doen dit altijd voor een periode van tien jaar. "Dat is een grote gok voor bedrijven, want als ze na vier jaar alleen maar verlies lijden, betalen ze nog steeds belasting", zegt Wisse. In de praktijk pakt de gok de laatste jaren heel gunstig uit voor verschillende Nederlandse rederijen. Dat blijkt uit een analyse van de tien recentste jaarverslagen van de rederijen. Wagenborg uit Delfzijl en Spliethoff uit Amsterdam verdienden bijvoorbeeld opgeteld honderden miljoenen euro's in die jaren. En toch bouwden ze in die jaren meer aftrekposten op dan ze belasting betaalden. Dat geld kunnen ze ook in de toekomst aftrekken van hun belasting.
Rederijen profiterenHet Zuid-Hollandse Vertom ontdekte ook hoe gunstig de tonnageregeling kan zijn. Tot 2015 gebruikte die rederij de regeling nog maar voor een klein deel van de dochterbedrijven. In de paar jaar daarvoor betaalde de rederij nog relatief veel belasting, gemiddeld zelfs zo'n 43 procent.
Daar kwam verandering in toen het grootste deel van de rederij uit Rhoon vanaf 2016 onder het tonnageregime ging vallen. Het gemiddelde belastingpercentage schoot daarna omlaag. Over de hele tien jaar betaalde het uiteindelijk gemiddeld 5 procent belasting.
Noodzakelijk
Wagenborg reageerde niet op vragen van de NOS. Vertom gaf aan niet in te willen gaan op vragen. Spliethoff noemt de regeling noodzakelijk. "Deze is van groot belang om de Nederlandse maritieme industrie concurrerend te kunnen laten blijven op de internationale markt", laat een woordvoerder weten. Het bedrijf benadrukt dat er ieder jaar belasting wordt betaald. "De tonnageregeling zorgt er dus niet voor dat er sprake is van een teruggave."
Toch erkennen ook ambtenaren van het ministerie van Financiën dat een bedrijf winst kan maken, maar mede door de tonnageregeling in de ogen van de Belastingdienst verlies lijdt. En dus geen belasting hoeft te betalen. Zie hier een
rekenvoorbeeld. Dat de regeling gunstig uitpakt voor veel bedrijven blijkt ook uit de Miljoenennota. Daarin houdt de overheid rekening met 120 miljoen euro aan niet geïnde belasting per jaar.
Versoberen of uitbreiden?
Nederland was in 1996 het eerste land met een tonnageregeling. "Inmiddels hebben alle maritieme landen zo'n soort regeling", zegt Wisse. Het voordelige belastingregime versoberen is daardoor volgens de reders geen oplossing meer. "Dat is de ellende van een mondiaal speelveld. Als je nu als enige land versobert, dan is je maritieme ondernemersklimaat de sjaak."
De angst is dat de Nederlandse vloot dan weer rap zal krimpen. En dat in een tijd waarin Nederland toch al marktaandeel verliest. Wisse pleit dus eerder voor een uitbreiding van de regeling. "In landen als Cyprus en Denemarken vallen werkschepen die nodig zijn voor de bouw van windparken ook onder de tonnageregeling. Dat zou hier ook zo moeten zijn."
Wie toch aan het fiscale feestje voor scheepvaartbedrijven wil morrelen, moet dat samen doen met andere landen, zegt Wisse. Dat zou bijvoorbeeld via de wereldwijde minimumbelasting kunnen. Nederland voerde die belasting dit jaar in, waardoor elke multinational met minstens 750 miljoen euro omzet altijd 15 procent belasting moet betalen over de winst.
Maar: voor de internationale scheepvaart is een uitzondering ingebouwd. Zo kan het dat ook met een wereldwijde minimumbelasting scheepvaartbedrijven minder dan het minimum betalen.